Tien maanden geen nieuws op de Solagrow-website, wat betekent dat? Enerzijds natuurlijk een bevestiging van het gezegde “opzetten van een site is een kunst, maar het onderhouden ervan nog meer...”. Anderzijds waren het tien maanden van onophoudelijk en intensief blijven zoeken naar grond, als eerste prioriteit voor continuering van het bedrijf. En vaak hadden we het gevoel dat de kleine stapjes vooruit niet genoeg waren voor een ‘nieuwsflits’.
Begin oktober vorig jaar waren we in onze nopjes omdat we de grond in Doba (Bekoji – Arsi) hadden kunnen krijgen. Met de verwachting – en de verzekering van overheid, boeren, burgers en buitenlui en van onze agronoom die in die streek geboren en getogen is – dat dit de plek zou zijn waar we in de wintermaanden vorstvrij pootgoed zouden kunnen telen, als vervolg van de voorjaarsteelt op de hooglanden in Wenchi. Maar helaas, half december kregen we daar de eerste nachtvorst en tot begin maart zorgden de regelmatig terugkerende nachtvorsten ervoor dat de helft van het gepote areaal aardappelen definitief bevroren bleef. Weliswaar was deze winter veel kouder dan normaal, zodat ook de aardappelveldjes van de boeren in het dorp afgevroren waren. Iets wat bijna nooit gebeurt.
Achteraf gezien blijkt dat de diverse mensen die we vooraf gevraagd hadden over het risico op nachtvorst, weinig besef hebben wat vorst is en doet. De boeren telen zelf wel aardappelen in de dorpen op de helling, waar in de luwte van de bomenhagen de vroegochtelijke afkoeling geen kwaad doet. Bovendien zijn de laatrijpende lokale aardappelrassen normaliter redelijk goed in staat om van vorstschade te herstellen. De enkeling die het wel door had, gaf ruiterlijk toe dat ze dit reële risico stil gehouden hadden “omdat u anders de grond niet van ons gehuurd zou hebben......”
Resultaat: de hoop dat Solagrow compleet was met deze twee farms op verschillende hoogten was ijdel gebleken. En opnieuw begon de race tegen de klok: nog 10 maanden voordat het nieuwe pootseizoen aan zou breken en weer geen grond.....
We zijn alle mogelijke instanties, agencies en ministeries langs geweest die ook maar iets zouden kunnen helpen bij het verwerven van landerijen op nog lagere hoogten (1,500-2,000 meter). Federaal, regionaal en lokaal. Maar het krijgen van grond is bizonder moeilijk, alle indianenverhalen van ‘land grabbing’ ten spijt. Uiteindelijk hebben we investeringsvoorstellen ingediend voor zes potentiële lokaties. In de hoop dat er in ieder geval eentje succesvol en op tijd zou zijn. Zes lokaties, zes bevolkingen, zes kebele’s, zes woreda’s, zes zones, vier regio’s..... Niet vervelend.
Gelukkig is afgelopen vrijdag het contract getekend met de overheid in Tigray voor de eerste 30 hectare grond, als start voor uiteindelijk 200 hectare. Voor Gurage heeft de overheid verzekerd dat we half november 50 hectare goede grond zullen krijgen in Amora Meda (overgezet zijnde: “Kraaijeveld”). En samen met een andere investeerder kunnen we volgende week op een stuk van 30 hectare in die buurt beginnen met ploegen en planten. Net op tijd, want in totaal hebben we ruim 500 ton doorvermeerderd pootgoed klaarliggen voor onze eigen vermeerdering en verkoop aan de boeren.
Steeds is het ondernemen hier een mengeling van hoop en vrees, sprongen vooruit en dan weer even hard achteruit, nooit voorspelbaar. Zelfs een kleine stap vooruit is dan opmerkelijk, een reden voor dankbaarheid. En voor een nieuwsflits.....
Terug naar nieuws